Beste zusters en broeders,
Deze dag wordt er op vele plaatsen gebeden voor “gewas en arbeid”. Of met andere woorden, vandaag vragen wij God of Hij al wat groeit en bloeit, alles wat mensen in cultuur brengen om van te leven wil zegenen en ook het werk van zovele handen die daarvoor zorgen. Want de boer zaait en gaat slapen, hij verwacht dat het zal opschieten en groeien. Hij hoopt dat er gunstige weersomstandigheden zullen zijn zodat er een goede oogst mag volgen. Als de Heer geen groeikracht geeft zal ondanks het zaaien niet geoogst kunnen worden. Daarin zijn wij duidelijk afhankelijk van wat buiten onszelf ligt. Al zullen sommigen ook dát kunnen uitleggen als zuiver van menselijk ingrijpen afhankelijk.
Zo zijn wij ook afhankelijk van Zijn zegen over het werk van onze handen.
En maar al te dikwijls zien mensen dat pas in als ze geconfronteerd worden met ziekte.
Dat wij voor ons welzijn afhankelijk zijn van Hem wordt spijtig genoeg in deze wereld niet of nauwelijks nog erkent. Ook al kennen velen nog het “gebed des Heren”, het gebed dat Jezus ons leerde en hier nu meer bepaald de bede “Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben” Matteüs 6:11. Daarom wordt het nog niet verbonden met het hele “zijn” van de mens. Het is dus goed en nodig om de aandacht te vestigen op “het voortdurende zegenen” van God híer voor ons mensen nú.
In welke situatie wij ons ook bevinden, zou de Here geen zegen geven… zou er nog wel leven zijn? “Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen?” Matteüs 6:27
En Hij zei:”Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op aarde: hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe.” Marcus 4:26-27
Al ons doen en laten in de gemeente, het is door Gods zegen dat wij het kunnen en mogen doen. En hoe het vruchten voortbrengt, kunnen wij niet zien. Maar God zegent het werk en zo kan het vrucht dragen. Dan worden wij gelukkig dikwijls gezegend met het zien van de vruchten. Loven en danken wij God dat we mogen genieten van zijn zegeningen met en van elkaar.