9 mei, hart van Jezus.

Beste broers en zussen,

Als we het boek Nehemia bij de hand nemen en daarin het eerste hoofdstuk lezen, valt er ons iets op. Nehemia krijgt te horen van een broer en enkele Judeërs dat de muren en poorten van Jeruzalem een ruïne zijn. Nehemia weende, rouwde en vastte dagenlang na het horen van dit nieuws. Het vreemde hieraan is, dat Jeruzalem er al 141 jaar zo bijlag toen Nehemia dit nieuws vernam! Blijkbaar raakte het hem nu in zijn hart, raakte God hem in zijn hart. Hij keek, om het zo te zeggen, met het hart van Jezus naar de stad. Jezus weende om Jeruzalem in Lucas 19:41.

Iets wat al heel zijn leven een feit was, de ruïne van de tempel en de toenmalige kerk, drong eindelijk tot hem door. Er was geen plaats meer om God te aanbidden, er was geen kerkvolk meer en Gods stad was verwoest.

Als wij doorheen onze stad, ons land, reizen, aanvaarden wij de kerkelijke toestand zoals ze is? Of staan wij stil en huilen wij wel eens om onze stad, ons land? Kerken die sluiten, kerken die leeg staan, kerken waar Jezus niet meer centraal staat, kerken die vol zijn van schandalen en zonden.

Nehemia werd geraakt door God, God bewoog hem om te bidden. Eerst bidt hij voor vergeving van zijn eigen overtredingen. Niet vingerwijzend naar buiten maar naar binnen. Daarna spreekt hij de Here aan op Zijn beloftes en vraagt Hij Hem om te helpen iets te doen aan de situatie. Maanden, moest Nehemia wachten op antwoord.

Laten wij ons door Nehemia inspireren tot gebed voor onze stad. Gebed waarin wij orde op zake stellen in ons leven. Gebed waarin we vragen of God Zijn kinderen weer wil verzamelen. Gebed waarin we vragen of de muren en poorten van onze geliefde stad, Gent, weer mogen opgebouwd worden. Al moeten wij daar ook maanden en jaren op wachten.