Beste broeders en zusters,
“Richt u op wat boven is, waar Christus is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven en uw leven ligt met Christus verborgen in God.”
Het hart op de juiste plaats dragen, zoals de uitdrukking zegt, daarmee bedoelen we iemand die niet onverschillig is voor zijn naaste. Dat we daarvoor soms onze nek moeten uitsteken ten koste van onszelf, dat wordt er niet altijd mee bedoeld, toch is het zo…
Dat hebben zowel koningin Ester, de lievelingsvrouw van koning Ahasveros (die over 127 gewesten van Indië tot Egypte regeerde), als Nehemia, de schenker bij koning Artachsasta, goed geweten. Want menselijker wijs gesproken zal bij de eerste gedachte om op te komen voor God’s volk hun hart wel ineen gekrompen zijn. Zo veel lef hebben, kon je het leven kosten.
Op gevaar af van eigen leven je nek uit te steken voor je naaste, dat deden ze omdat ze op God gericht waren.
Op die manier werden mensen medewerkers in het plan van God om zijn belofte waar te maken. Nehemia’s hart was helemaal op God gericht en God beweegt het hart van koning Ahasveros. Ook dát is in de hand van de Heer onze God. Hij geeft die genade aan Nehemia en Ester om vrijmoedig en toch wijs naar hun koning te gaan en te pleiten voor hun volk, Zijn volk en tegelijkertijd beweegt hij het hart van die machtige koningen.
Het is goed om ook vandaag daaraan te denken in deze tijd, wanneer landen met allerlei moeilijkheden geconfronteerd worden, zelfs om een regering te vormen. Tegelijkertijd zit er een oproep in aan de christenen om het hart op de goede plaats te dragen, gericht naar God, zodat wij onze nek willen uitsteken voor onze naaste, voor God. Hij geeft de genade om dat te doen en de kracht om ons in te zetten voor de gemeenschap, voor de naaste, dat ligt in Zijn plan om Zijn Koninkrijk te vestigen.