Op zondag 29 juni 1980 leidde ds. Peter van de Laan de eerste dienst in de Gereformeerde Kerk te Gent. Het kerkzaaltje was gelegen in het centrum van de stad aan de Ketelvest nr. 12. Een handvol mensen waren aanwezig. Met enthousiasme werd – en wordt! – het evangelie uitgedragen en verkondigd. Het ledenaantal groeide. Het zaaltje aan de Ketelvest werd te klein. We verhuisden naar een groter pand aan de Gordunakaai. Meer en meer verantwoordelijkheid kon gedragen worden door eigen Gentse gemeenteleden. Vandaag, bijna dertig na die eerste kerkdienst, wordt onze gemeente een zelfstandige Gereformeerde Kerk.
Een berg aan herinneringen zijn er op te halen aan die voorbije jaren. Talloze mensen hebben veel tijd en energie gestoken in de opbouw en uitbouw van de gemeente. Toch is het bestaan van onze gemeente geen mensenwerk. We zijn zo verschillend van elkaar: wat nationaliteit betreft, wat leeftijd betreft, wat kerkelijke achtergrond betreft, wat beroep betreft, wat interesses betreft, … onze gemeente is in alle opzichten een veelkleurige gemeenschap. Louter menselijk gesproken, is er niets dat ons samen bindt. Onze eenheid vinden we dan ook buiten onszelf, in Christus. Deze gemeente is zijn werk en op deze feestelijke zondag brengen we alle dank en eer aan hem.
Wat zal de toekomst brengen? De stap naar zelfstandigheid is geen ondoordachte stap in het onzekere. We hebben alles goed en wel overwogen, dat is wel het minste wat we kunnen zeggen na dertig jaar! Maar ook nu blijven er veel onzekere factoren waar we geen vat op hebben. Toch zien we de toekomst vol vertrouwen tegemoet. Niet omdat we zo zeker zijn van onszelf maar omdat we ook voor de toekomst mogen bouwen op Jezus Christus. In hem is ons ontstaan, onze groei en onze eenheid gelegen en in hem weten we ook onze toekomst veilig gesteld.
We vertrouwen erop dat de bemoedigende woorden van Paulus aan het adres van de gemeente te Filippi, ook voor ons gelden: Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus (Filippenzen 1:6)