20 juni 2010, contact leggen

Het goede nieuws brengen, tot aan de einden der aarde! Heeft u dat ook wel eens dat je het van de daken zou willen schreeuwen? Op het werk of in je buurt luister je naar mensen hun verhaal en je denkt: moesten ze de Here Jezus nu kennen, er zouden al een pak problemen minder zijn. Niet dat christenen geen problemen zouden hebben, natuurlijk, maar er is dan hoop, en vreugde en steun, je leven gaat de goede richting uit. Je luistert verder omdat ze zoveel te vertellen hebben, je stelt een vraag om wat duidelijk te krijgen en je roept stilletjes de Here aan. Want wat lijkt Hij zo ver weg van je gesprekspartner. Dat is natuurlijk niet zo, het is eerder omgedraaid. Je zou alles ineens willen vertellen; over Jezus die je in alles kan vertrouwen, die naar je luistert en begaan is met je, die je bij de Vader brengt. En wat voor een Vader! Over een genadige God, die zoveel houdt van zijn schepping, zelfs van mensen die niet van hem houden. Maar degene die tegenover je staat leeft a.h.w. in een heel andere wereld. Het is ook normaal dat we dat zo aanvoelen. ”Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor.” (Joh. 17:16)

Als je hem of haar al eens even kunt doen opkijken door een goede vraag te stellen ben je al blij want er lijkt geen beginnen aan. In ons drukke bestaan zijn de contacten kort, veel te kort meestal. Toch, in deze jachtige wereld zijn wij gezondenen door Jezus: “Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de wereld hebt gezonden.” Joh. 17:18. Het is goed aandacht te hebben voor deze kleine gesprekjes met het oog op Hem die wij verkondigen en er ook wat tijd voor uit te trekken. We mogen ons laten bemoedigen door Jezus gebed in vers 20 “Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven.”

Bedenken we ook eens hoe veel tijd Lucas stak in het verkondigen van de blijde boodschap. Je kan het lezen aan het begin van de Handelingen: “In mijn eerste boek Theofilus …” Hij schrijft zowaar twee boeken naar zijn vriend Theofilus. Zie je ons dat al doen?

Het evangelie brengen vraagt dus echt inspanning maar vooral veel geduld. Het vraagt vertrouwen in wat Jezus ons leerde: “Dan hoeven jullie mij niets meer te vragen. Maar ik verzeker jullie: wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – Hij zal het je geven.”

Kans op een volgend gesprekje is er wel. Ben je zo bang dat je de juiste woorden niet vindt? Vertrouw maar op Jezus woorden: “Werkelijk, het is goed voor jullie dat ik ga, want als ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als ik weg ben, zal ik hem jullie zenden.” Joh 16:7

En Jezus is weggegaan en het is Pinksteren geweest. En nog zei Hij: ”Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de Waarheid.” Joh. 14:16

Laten we tenslotte het belangrijkste niet vergeten; Gods wil zoeken in ons eigen leven door Zijn woord en gebed en de eerste christengemeenten na te volgen, zoals in Handelingen 2: vers 42 beschreven staat.

Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.”